De schildklier en schildklierhormonen
Wat is en doet je schildklier?
Je schildklier is een klein vlindervormig orgaan dat op je strottenhoofd ligt.
In een gezond lichaam produceert de schildklier dag in dag uit precies de hoeveelheid hormonen die ons lichaam nodig heeft en verbruikt voor:
- de regulering van de hartslag, ademhalingsfrequentie en hoeveelheid bloed;
- de zuurstoftoevoer naar lichaamsweefsel;
- warmteproductie;
- de regulering van de maag-darmfunctie;
- de regulering van de voortplantingsorganen;
- het bevorderen van botontwikkeling;
- celfunctie en stofwisseling (energie halen uit voedsel);
- energieproductie;
- de ontwikkeling van de hersenen tijdens de zwangerschap en in de eerste drie levensjaren;
- het functioneren van de hersenen, alertheid.
Schildklierhormonen
Onder invloed van thyroïd-stimulerend hormoon (TSH) uit je hypofyse maakt je schildklier een aantal hormonen aan. Twee daarvan zijn het belangrijkst: T4 (thyroxine) en T3 (triiodothyronine).
De hypose is een klier in je hersenen
De hormonen T3 en T4 helpen de organen en cellen in je lichaam om hun werk te doen. T4 is een zogeheten ‘voorloperhormoon’. T3 is het actieve hormoon. Als er genoeg schildklierhormoon in het bloed aanwezig is, is er sprake van ‘euthyroïdie’.
Het T3 dat de schildklier zelf aanmaakt, vormt een vijfde deel van de totale hoeveelheid T3 die ons lichaam verbruikt. Normaal gesproken zetten cellen T4 om in T3 als ze T3 nodig hebben. Dit doen ze met behulp van dejodase, een enzym dat in verschillende typen in ons lichaam aanwezig is. T4 dat niet nodig is, wordt omgezet in reverse T3, de inactieve variant van T3. In tegenstelling tot wat je soms leest, blokkeert reverse T3 niet de werking van T3.
Polymorfisme
Bij sommige mensen verloopt de omzetting van het voorloperhormoon T4 naar het actieve hormoon T3 niet goed.
Die omzetting is het werk van twee typen enzymen. Het gaat om dejodase type 1 (DIO1) en dejodase type 2 (DIO2). DIO1-omzetting gebeurt vooral in de lever, nieren en spieren. DIO2-omzetting vindt plaats in de hersenen, de schildklier en – bij mannen – de testikels.
Door een erfelijke weeffout bevat DIO2 bij ongeveer één op de vijf mensen met een trage schildklier een verkeerd aminozuur: alanine in plaats van threonine*. Deze omwisseling (‘Thr92Ala-DIO2 polymorfisme’) heeft een verkeerd gevouwen enzym tot gevolg, dat T4 minder goed in T3 kan omzetten.
De conclusie uit een https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/37740833/” target=”_blank”>onderzoek van Penna en collega’s (2024) was als volgt: In sommige mechanismen, zoals Thr92Ala-DIO2, is er een overtuigende reden voor verminderde omzetting van T4 naar T3. Dit beperkt de effectiviteit van T4 om een normale schildklierwerking te herstellen.
*) Bron: www.uchicagomedicine.org
Waar hebben we T3 voor nodig?
- Baby’s hebben T3 nodig voor hun hersenontwikkeling.
- Kinderen hebben T3 nodig om te groeien.
- T3 speelt een sleutelrol bij de stofwisseling van koolhydraten, vetten en eiwitten.
- T3 speelt een rol bij de vorming van verschillende celtypen uit stamcellen en bij het opruimen van dode cellen.
- Er zijn aanwijzingen dat T3 in de hersenen als neurotransmitter dienst doet.
Zeker is dat het hormoon een grote invloed heeft op de aanwezigheid van andere neurotransmitters, zoals serotonine
Een kijkje in je cellen
Je bloed vervoert de schildklierhormonen naar de cellen. In het bloed worden de meeste hormonen gebonden door transporteiwitten. Daarmee worden ze inactief.
Een klein deel van de schildklierhormonen behoudt hun biologische functie voor onze cellen. Dit zijn vrij T3 (Ft3) en vrij T4 (Ft4). Toch krijgen deze vrije hormonen niet automatisch toegang tot een cel. Cellen hebben namelijk een portier (een ‘receptor’) die bepaalt of schildklierhormonen de cel in mogen. Op zich is de portier vooral bij Ft3 geneigd de rode loper uit te leggen. Maar niet altijd. Onder invloed van cortisol – een stresshormoon – en insuline – dat de het bloedsuikerspiegel reguleert – kan de portier ook besluiten om de deur te sluiten.
Samengevat:
De weg die het actieve hormoon T3 moet afleggen naar de cellen is bezaaid met valkuilen.
Eerst is het de vraag of onze schildklier voldoende T4 en T3 aanmaakt.
Cellen moeten al naar behoefte T4 omzetten in T3, maar niet iedereen heeft de enzymen in huis om dat te kunnen doen.
In het bloed is het merendeel van deze hormonen gebonden aan transporteiwitten. Alleen vrij T3 kan de cellen in.
En ten slotte is het mede afhankelijk van andere hormonen (cortisol en insuline) of een cel vrij T3 toelaat of niet.
Schildklieraandoeningen
De schildklier werkt niet bij iedereen goed: bij 2,9 procent werkt hij te traag en maakt deze onvoldoende schildklierhormoon aan. De officiële naam hiervan is hypothyreoïdie (hypo- betekent ‘te weinig’). En bij 0,4 procent van de Nederlanders werkt de schildklier juist te snel (hyperthyreoïdie). *
Meer informatie hierover vind je in Hypo of Hyper.
*) Cijfers over 2023, bron: Nivel
